Het is herfst en dus tijd voor het waarnemen van planeten. Ze zijn nu allemaal zichtbaar: Mercurius, Venus, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus, en Neptunus!
Aan de oostelijke hemel komen Saturnus en Neptunus als eerste op, later gevolgd door Uranus, Jupiter en Mars. Mercurius en Venus zijn alleen direct na zonsondergang te zien. Venus is op dit moment “avondster’’. Venus, Mars, Jupiter en Saturnus kun je nog met het blote oog zien. Voor Uranus en Neptunus heb je een telescoop nodig met een diameter van ten minste 8 inch (20 cm) of een ‘smart telescope’.
Voor wie de stand van de planeten beter wil overzien en begrijpen is de App “Sun, moon and planets” erg handig, voor IOS en Android beschikbaar in de app store. Je kunt hierin ook animaties in de tijd doen. Ik ben uitgegaan van 26 november 2024 (zie afbeelding).
Op dit plaatje moet je uitgaan van de aarde en vandaar uit denkbeeldige lijnen zetten naar de verschillende planeten. Zolang je daarbij niet te dicht in de buurt van de zon komt, zijn ze zichtbaar. Dan zie je ook dat Mercurius altijd een lastige klant zal zijn, omdat die zo dicht bij de zon staat.
Kijk naar Uranus op 17 november en naar Jupiter op 7 december
In het submenu “Rings and moons” krijg je een mooi plaatje van Jupiter en de 4 grootste manen te zien. Ook daar is een tijd-animatie mogelijk, zodat je de omlopen van de manen rond Jupiter kunt simuleren en met inzoomen kun je zelfs het opkomen en weer verdwijnen van de beroemde rode vlek (een permanente storm) op Jupiter zien. Die is op 7 december ‘in oppositie’ met de aarde. Dan is de afstand tot de aarde het kortst en is de planeet langdurig te zien: de beste tijd om Jupiter waar te nemen.
Voor Uranus is de oppositie op 17 november. Dus grijp je kans om Uranus rond die datum te spotten!
De omgeving van Andromeda is in de herfst steeds beter te zien. Bekijk eerst de bekende Andromeda galaxy M31 (de naaste buur van ons Melkwegstelsel). Dat kan al met een 8×50 verrekijker met ‘starhopping’ vanaf de ster Mirach in Andromeda. Bekijk ook de andere leden van de ‘Lokale groep’ zoals M32, M110 en M33 (Driehoek stelsel) in deze omgeving: mooie objecten om met een telescoop op te sporen. Dit kan het beste gebeuren met een goto-type (dat op commando naar het doel toedraait).
Onder gunstige omstandigheden kun je deze objecten al direct in het oculair van de telescoop zien. Maar in de licht-vervuilde stedelijke gebieden in onze omgeving is er meestal ook fotografie nodig om ze zichtbaar te maken. Een serie foto’s maken kan ook met een ‘Smart Telescope’. Die werkt met ‘live-stacking’. Dit is een eenvoudiger manier van fotografie die meteen resultaten oplevert, terwijl je nog aan het waarnemen bent! M33 blijkt dan, net als M31, een vrij groot object aan de hemel te zijn als je het op deze foto ziet:
Een aantal bekende nevels (restanten van een ontplofte ster) uit het zomerseizoen zijn ook in de herfst nog een tijdje zichtbaar, zoals de Halternevel M27 tussen de sterrenbeelden Zwaan en Dolfijn. Maar wacht niet te lang na zonsondergang, want dit is een zomer object en die gaan niet zo lang mee op een herfstavond!
Ook de Ringnevel M57 in het sterrenbeeld Lier is nog tot diep in de herfst te zien, als je niet te lang wacht na zonsondergang.
Een object dat de hele herfst zichtbaar is: het Double Cluster in het sterrenbeeld Perseus. Dat ligt in het Noordoosten tussen het W-vormige sterrenbeeld Cassiopeia en de horizon. Dit kun je het beste met de verrekijker zien vanwege het grote beeldveld dat het inneemt. Zeer de moeite waard!
Wie alvast wat winterbeelden wil zien, hoeft rond 26 november niet langer te wachten dan tot middernacht om al een glimp van de heldere ster Sirius en het sterrenbeeld Orion op te vangen. Zo lopen de seizoenen van zomer, herfst en winter dus in elkaar over.
Nog een paar tips ter voorbereiding van het waarnemen
Er is ‘voor elk wat wils’, zeker als je vooraf in de sterren-App’s goed uitzoekt wanneer je het beste het object van je keuze kunt zien! Ik gebruik Stellarium om een waarneem-lijstje te maken. In dat programma moet je eerst de ‘Deepsky Objects’ (DSO) aanvinken om ze op het scherm te zien. Daarbij geldt dat je door verder in te zoomen ook meer objecten te zien krijgt. Aan de vorm van de symbolen zie je of het galaxies, clusters of nevels zijn. Check daarbij ook de magnitude van het object. Vraag je serieus af of je objecten boven magnitude 7 tot 8 nog wel live in het oculair gaat zien. Leg die lat dus niet te hoog…
De hoogte boven de horizon is in de praktijk een goede graadmeter of iets zichtbaar is: hoe hoger hoe beter! Maar ook de stand en de lichtsterkte van de maan en vrij zicht op je waarneemplek (dus vrij van lokale obstakels als bomen en lantarenpalen) kunnen hierop van invloed zijn.
Waarneemlocatie uitzoeken
Let hierop bij het voorbereiden van een waarneemlocatie. Dit kan vaak gewoon overdag door te letten op de aanwezigheid van lantarenpalen, nabije sportvelden met lichtmasten en dergelijke. Maar ook een parkeerplek voor de auto (als je die nodig hebt om je kijkspullen te vervoeren) en de mogelijkheid om die in het donker te kunnen keren is van belang. Let ter plaatse vooral ook op vrij zicht in de globale waarneem-richting waarin je favoriete objecten staan.
Op de website “Hemel waarnemen” staat de kalender van astronomische gebeurtenissen voor deze herfst. Kijk op: hemel.waarnemen.com
Veel kijkplezier!
Andries Boone